27/09
WK Doha: Nafi Thiam op jacht naar nummer 2, anderen Belgen proberen te verrassen
Nafi Thiam.
Foto: Belga
Met 29 lieden heeft de Belgische delegatie uiteindelijk nog erg grote proporties aangenomen, nu nog proberen om die kwantiteit ook om te zetten in kwaliteit. Nafi Thiam is uiteraard de nationale vaandeldraagster.
Pas in Londen in 2017 veroverde België zijn allereerste gouden WK-medaille, en die kwam op naam van Nafi Thiam/RFCL in de zevenkamp. Nafi heeft al alle grote titels op haar palmares staan, maar komende week moet ze in Qatar voor het eerst een van die titels verdedigen. Weer een ander perspectief, maar als er iemand weet hoe met druk om te gaan, is zij het wel. Haar voornaamste belager wordt de Britse Katarina Johnson-Thompson.
Een tweede Belgische kans om hoog te scoren ligt er voor de Belgian Tornados in de 4x400 meter. Zonder de ervaring van Jonathan Borlée/RCB zijn ze slechts een verre outsider voor de medailles, maar een finale lijkt zeker tot de mogelijkheden te behoren. Ook hun collega’s van de Belgian Cheetahs en de gemengde 4x400 meter hopen op een finaleplaats en bijbehorende olympische kwalificatie, maar voor beide teams zal elk detail in de plooi moeten vallen om de reeksen te overleven.
Individueel wordt er behalve door Nafi vooral op finaleplaatsen gemikt. Aardige kansen liggen er daarvoor vooral voor Isaac Kimeli/OEH in de 5.000 meter en Ben Broeders/DCLA in het polsstokspringen. Er zijn ook enkele landgenoten die op papier niet tot de finalekandidaten horen, maar waarvan we hopen dat ze in een goeie dag toch dicht in de buurt kunnen komen: Hanne Claes/RESC in de 400m horden, Claire Orcel/CSF in het hoogspringen, Ismael Debjani/CABW in de 1.500 meter, Robin Hendrix/OEH in de 5.000 meter en Philip Milanov/VAC in het discuswerpen.
Voor Anne Zagré/RESC is het in de 100 meter horden vooral mikken op halve finales, net als voor Paulien Couckuyt/AVKA in de 400 meter horden, Renée Eykens/AA in de 800 meter en Jonathan Sacoor/OEH in de 400 meter. Voor Fanny Smets/CABW ogen de kansen om de kwalificaties van het polsstokspringen te overleven héél erg klein – en dat zijn haar eigen woorden – maar misschien kan ze wel haar nationaal record nog eens bijstellen. Ook Imke Vervaet/RCG kan in de 200 meter volop genieten, want van haar wordt er na haar late opvissing niet uitzonderlijk veel verwacht.
Er zijn ook Belgen die in disciplines uitkomen waar geen sprake is van kwalificaties. De hoop om daarin hoog te scoren ligt natuurlijk bij Nafi, maar ook bij Hanne Maudens/VS, die zomaar eens in de buurt van de top tien zou kunnen uitkomen in de zevenkamp. Noor Vidts/VAC heeft er dit seizoen al vier zevenkampen opzitten, haar kansen om er nog een hoge notering uit te persen lijken iets kleiner. Bij Thomas Van der Plaetsen/DEIN hangt aller ervan af of en hoe zijn broze lichaam het houdt in de tienkamp. De laatste weken ondervond hij felle hinder aan hamstring, heup en rug, als hij heel kan blijven is er nog altijd veel mogelijk.
Rechtstreekse finales zijn er natuurlijk ook bij de langste loopnummers, maar de kansen om voorin te eindigen zijn daar klein voor onze landgenoten. In de 10.000 meter heeft Soufiane Bouchikhi/RFCL een van de traagste seizoensbestes, maar hij mag ons altijd verrassen. Hetzelfde is van toepassing voor Hanna Vandenbussche/AVR en Manuela Soccol/ATLA in de marathon, die al op de eerste avond geprogrammeerd staat. Of zeg maar nacht, want de start is om één voor twaalf lokale tijd. Een weekje later is het aan Thomas De Bock/OEH voor de marathon bij de mannen. Hij bevindt zich iets meer in de middenmoot, maar ook hij staat buiten de top 50 op de startlijst en moet met bescheiden ambities starten.