21/10

Door de muur met Mieke Gorissen: “Mijn favoriete training? Zo ver mogelijk”

bkx-mieke

Mieke Gorissen.

Hoe trainen onze beste atleten? En hoe vaak trainen ze? Welke training doen ze graag? De antwoorden op dat soort vragen vind je in onze reeks ‘Door de muur’. Vandaag aan het woord: marathonloopster en olympiër Mieke Gorissen.

Mieke, hoe zien jouw trainingen er momenteel uit?

“Sinds een drietal weken ben ik weer voluit aan het trainen, nadat ik in de zomer twee marathons liep. Mijn volgende marathon volgt normaal pas in het voorjaar. Het verschil met een aanloop naar een marathon, waar de intervallen langer zijn, is dat ik nu ook korter werk doe richting crossseizoen. Bijvoorbeeld 300’en of 400’en, wat mij niet goed ligt. Vorige week deed ik nog 4x(4x400m). Het was op de limiet van wat ik kan van snelheid, want ik ben absoluut niet snel. Voor mij is dat kapotmakerij. Ik was helemaal tureluurs.”

Hoe zag de rustperiode na de dubbele marathonzomer eruit?

“De eerste vijf dagen mocht ik helemaal niet lopen van Christophe (Roosen, haar coach, red.). Daarna ben ik rustig herbegonnen, maar zeker niet alle dagen. Ik stond wel op de crosstrainer, maar dat is heel laagintensief, en soms eens op de airbike. Dat is een fiets die meer weerstand geeft naarmate je harder trapt. Je kan er niet van winnen. Daar kan ik mij op uitleven. Als ik daar klaar op ben, moet ik dweilen. Een week of twee hebben we op die manier getraind.”

Zit er een vaste structuur in jouw trainingsweken?

“Tot vorige week deed ik altijd interval op dinsdag en donderdag, en eventueel in het weekend nog eens een tempoblokje. Maar dinsdag en donderdag zijn mijn vrije ochtenden op het werk, en dan doe ik liever een nuchter duurloopje, dus hebben we de intervallen naar woensdag en vrijdag verzet. Opstaan, uit bed rollen en meteen nuchter de baan op, daar kan ik zó van genieten. Dan permitteer ik het mij ook om te stoppen voor een foto van een mooie lucht.”

Waarin verschilt de aanpak van Christophe Roosen, sinds dit jaar jouw coach, van wat je vroeger deed?

“De progressieve blokkentrainingen zijn het nieuwst voor mij. Dat is eerst lang inlopen om de motor warm te krijgen, en daarna blokjes van drie of vier kilometer, steeds sneller. In het begin dacht ik: waar haal je dat? Ik kan dit niet. Maar uiteindelijk lukt het wel.”

Loop je zondag de Relays in Berlare? En zo ja, bouw je daar de trainingen voor af?

“In principe doe ik mee, maar ik heb vandaag wel keelpastilles moeten nemen. Het is maar 2.800 meter zondag, dus gelukkig heb ik deze week nog wat kilometers mogen maken. Christophe weet ik dat voor een wedstrijd steeds gestresseerder geraak en dat kilometers maken mij helpt om te ontstressen.”

Hoe bouw je de training af in aanloop naar een marathon?

“Het voornaamste wat ik daarover kan zeggen, is dat de taper véél te lang duurt. Ik vind dat verschrikkelijk. Ik ben het gewoon om elke dag vijftien kilometer te lopen, en plots mag ik er nog maar zes doen. Vier of vijf dagen voor de wedstrijd steekt Christophe er wel nog een goeie prikkel in.”

Hoeveel kilometer draai jij in aanloop naar zo’n marathon?

“We hebben vorige zomer wel eens 140 of 150 aangetikt, maar dat is altijd moeilijk te regelen met werk. Ik vind het praktisch niet haalbaar om zulke volumes draaien, al denk ik dat ik het fysiek wel zou kunnen verteren.”

Waar loop jij liefst?

“Ik vertrek altijd aan de voordeur en neem nooit de fiets of de auto om te gaan lopen. Van bij mij, in centrum Diepenbeek, is het maar een kilometer tot aan de piste. Daar vertrekken ook heel wat wandelingen, met bospaden die goed zijn voor een rustige duurtraining. Richting zuiden heb ik een route met meer hoogteverschillen, voor als ik eens een versnelling op een heuvel wil plaatsen. De andere kant op is meer de bewoonde wereld, met een vlakke route waar ik meer kom voor marathonblokjes. Die route passeert ook langs de universiteit, waar ik weet dat ik indien nodig naar de WC kan (lacht).”

Ga je wel eens op stage?

“Vorige week kreeg ik nog telefoon voor de BOIC-stage in november, maar dat krijg ik gewoon niet geregeld op het werk. Als ik vakantie heb, doe ik wel eens een stage in eigen huis. Dan maak ik langere routes op het fietsroutenetwerk via Diepenbeek, Hasselt, Genk en Bilzen.”

Wat is je favoriete training?

“Zo ver mogelijk. De lange duurtraining is mijn favoriet, graag ’s ochtends in het weekend. Er even lekker alleen op uit trekken, vind ik heerlijk.”

En je minst geliefde training?

“Het snellere werk, maar dan bedoel ik vooral tijdens de training zelf. Achteraf is het een heel leuk gevoel. Dan ben ik fier op mezelf.”