11/10
Door de muur met Aurèle Vandeputte: “Veel kilometers draaien past bij mij”
Aurèle, hoe zien de trainingen er momenteel uit bij jou?
“Na mijn rustperiode ben ik rustig herbegonnen. Momenteel doe ik vijf à zes trainingen per week, de komende weken zal dat misschien naar zeven à acht gaan. Ik doe nu vooral duurloopjes en weinig specifieke dingen. Het is gewoon kilometers malen.”
Is er bij jou een groot verschil tussen winter- en zomertrainingen?
“Dat valt wel mee. De vraag is vooral waar je je bevindt in het seizoen, of het nu winter of zomer is maakt niet zo veel uit. Als ik middenin mijn indoorseizoen zit, zullen de trainingen ongeveer dezelfde zijn als in mijn zomerseizoen. In de winter is er natuurlijk wel veel meer tijd om op te bouwen en ligt de focus voor een langere periode op de duur. Pas een viertal weken voor het indoorseizoen ga ik wedstrijdgericht trainen.”
Dus de trainingen zien er van nu tot en met Nieuwjaar ongeveer hetzelfde uit?
“De focus zal toch minstens tot begin december op de duur blijven, maar af en toe zal er wel een snellere prikkel tussen zitten, dat ik niet te traag word van al die duurtraining.”
Zit er een vast stramien in jouw trainingsweken?
“Ja, en dat is zelfs al jaren hetzelfde. Op dinsdag en vrijdag train ik op de piste. Dinsdag zijn het vaak langere tempo’s aan 4mmol. Vrijdag is het iets korter werk, bijvoorbeeld veel herhalingen van 200 of 300’jes met weinig rust. Donderdag loop ik nooit, maar doe ik wel kracht. Zondag doe ik een lange duurloop met tempoblokjes.”
Onder trainers is er soms discussie of het voor een 800 meter nuttig is om veel kilometers te lopen. Wat denk jij?
“Die discussie zal nooit stoppen. De 800 meter is bij uitstek een discipline waarvoor verschillende aanpakken kunnen werken. In België zijn we met vier die een hoog niveau halen, en we doen allemaal iets totaal anders op training. Ik zie mezelf eerder als een 800-1500 type en veel kilometers lopen past goed bij mij. Ik verteer weken van meer dan 100 kilometer heel goed. In het verleden hebben we al geprobeerd om minder kilometers te draaien en meer snelheid te trainen, maar dat had een tegendraads effect.”
Waar train jij graag?
“Niet specifiek op één plaats, maar ik woon ten zuiden van Brugge en hier zijn wel wat mogelijkheden. Een rondje rond Brugge is heel makkelijk, want je loopt op een afgescheiden fietspad, maar er zijn ook verschillende bossen in de buurt. Het hangt een beetje van mijn mood af.”
Heb je een favoriete stagelocatie?
“Dan toch Monte Gordo. Ik kan niet bijhouden hoe vaak ik er nu al geweest ben en het is ook niet altijd de ideale plek om te lopen, maar de sfeer is er zo leuk omdat je lopers van alle niveau’s hebt. Door de sfeer is dat de plek waar ik het liefst naartoe trek.”
Heb je al geëxperimenteerd met hoogtestages?
Een paar jaar geleden ben ik voor drie weken naar Iten in Kenia geweest, met ervoor nog een periode in de hoogtetent, maar ik heb van nature al een hematocriet van tegen de 50, dus de hoogte heeft weinig invloed bij mij. De nadelen, want je verliest toch altijd wat tijd met het aanpassen aan de hoogte, waren groter dan de voordelen.”
Wat is je favoriete training?
“Dan kies ik voor 200’jes. Niet te veel herhalingen, bijvoorbeeld 2x4x200m, met redelijk wat rust, zodat je echt kan doorlopen, sneller dan wedstrijdtempo.”
En je minst geliefde training?
“Langere duurtrainingen op de piste, zoals 2x8x300m met 100m joggen als rust. Het is niet helemaal kapotgaan, maar toch de hele tijd afzien, en daarom niet de leukste training.”
Wat is de zwaarste training die je ooit deed?
“Dat was een soort wedstrijdsimulatie. Ik deed 2x4x200m in 25 à 26 seconden met daartussen maar 25 seconden rust. Het was bijna onmogelijk. Ik heb maar net de finish gehaald. Tussen de twee reeksen kreeg ik tien minuten rust, maar ik was zodanig kapot, dat die tien minuten niet meer veel hielpen. Nadien hebben we ingezien dat die training een beetje heftig was, en hebben we ze nooit meer herhaald. Tegenwoordig nemen we bij dat soort trainingen 45 of 60 seconden rust.”