27/10

Door de muur met Pieter Sisk: “Ik doe mijn duurlopen zonder gps-horloge”

sisk-pieter-2021-oordegem-micromeeting-jdc-2

Pieter Sisk.

Hoe trainen onze beste atleten? En hoe vaak trainen ze? Welke training doen ze graag? De antwoorden op dat soort vragen vind je in onze reeks ‘Door de muur’. Vandaag aan het woord: 800 meterspecialist Pieter Sisk.

Pieter, hoe zien de trainingen er in deze fase van het seizoen uit?

“We zijn toevallig net aan het experimenteren. Ik test vaak bij Jan Olbrecht en heb altijd voorzichtig getraind en op mijn capaciteiten ingezet, maar nu zijn die zo zodanig gestabiliseerd op een hoog niveau, dat ik de toelating gekregen heb om meer vermogen te trainen. Het is nu allemaal wat intensiever. Dat is wel een aanpassing voor mij, vooral omdat je er moeilijker van herstelt. De komende zes weken doe ik dus veel snellere tempo’s en daarna test ik opnieuw bij Olbrecht.”

Zit er een vaste structuur in jouw trainingsweken?

“De enige zekerheid is dat ik maandag en zaterdag meestal niet loop. Dan doe ik alternatieve traingen. Ik heb een historie met vrij veel blessures, dus het is belangrijk om de impact regelmatig naar beneden te halen. Meestal doe ik dan crosstraining, en op die dagen doe ik ook mijn kracht. Daarnaast doe ik twee à drie intervaltrainingen, maar niet op vaste dagen, en op de andere dagen easy runs.”

Neem je nooit volledige rustdagen?

“Die staan nooit op mijn schema, maar ik luister heel fel naar mijn gevoel en als ik denk dat een rustdag nodig is, neem ik die gewoon.”

Mogen we weten hoe jouw schema er deze week uitziet?

“Geen probleem. Ik heb niks te verbergen. Het is de eerste week van de nieuwe manier van trainen met meer snellere tempo’s.”

Maandag: 45’ alternatief + kracht
Dinsdag: 45’ loslopen
Woensdag: 7km met afwisselend 500m aan 3’00/km en 900m aan 3’25/km
Donderdag: 2x3000m aan 3’10, 3’00 en 2’50 per kilometer, rust: 3’
Vrijdag: 45’ loslopen
Zaterdag: 3x40m, 3x50m, 3x60m
Zondag: 4x2.200m op de Fit-o-meter in Heverlee met een grotere ronde in 3’30/km en een kleine ronde in 3’10/km, laatste herhaling in 3’20/km en 3’00/km, rust: 2’30

Vind je het voor een 800 meterloper nuttig om veel kilometers te draaien?

“Iedereen moet zijn eigen weg daarin zoeken, maar wij focussen daar totaal niet op. We zetten ook geen weektotaal op mijn schema en als ik me minder voel zal ik een reeksje minder doen. Als ik meer kilometers doe, zoals vorige zomer, voel ik me meestal wel goed, maar in de testings was mijn aerobe capaciteit niet gestegen, dus ik betwijfel of het nuttig is voor mij. Meestal zit ik tussen de 60 en de 85 kilometer per week, maar de enige reden dat ik dat bijhoud, is naar belasting toe. Het is geen trainingsdoel op zich. Ik doe mijn duurlopen vaak zelfs zonder gps-horloge, dus dan weet ik niet eens hoeveel kilometers ik gedaan heb. Ik loop met een horloge van tien euro van de Decathlon waar je alleen de tijd mee kan timen. Als ik toch eens mijn Garmin aandoe, zit ik ergens tussen 4’10 en 4’40 per kilometer, maar eigenlijk doet dat er niet doe. Ik kijk liever naar de omgeving dan de hele tijd op mijn klok te kijken. Dat heeft geen zin.”

Is er een reden dat jij zo weinig wedstrijden loopt?

“Dat heeft met blessures te maken, en vorige winter was mijn examenperiode uit de hand gelopen en was ik vermoeid. Daarom sloeg ik het indoorseizoen over. Vorige zomer geraakte ik na de interclub geblesseerd. Weinig mensen weten dat, maar ik heb in september wel nog een 1.500m in 3’39”54 gelopen op een kleine meeting in Merksem, helemaal solo. Komende winter is het de bedoeling om veel indoorwedstrijden te lopen. Crossen staan er niet op het programma. De aanlopen in de CrossCup, met zand, modder en 180-gradenbochten, staan ons niet aan.”

Waar train jij graag?

“Ik doe 85 procent van mijn trainingen in de winter in het Provinciaal Domein in Kessel-Lo, ook snelle duurlopen en tempo’s. Zelfs 200’en in 28 doe ik daar tegenwoordig, omdat de impact veel lager is dan met spikes op de piste. Alleen echte kwaliteit, zoals 200’en in 23, kan je moeilijk off-road doen.”

Wat is jouw favoriete training?

“Doorheen de jaren is dat de lange duurloop geworden. Je zou het niet verwachten van een 800 meterloper, maar van 20km door het bos met Pieter-Jan Hannes kan ik echt genieten. Gewoon de natuur in, een beetje babbelen en niet te veel naar de klok kijken.”

Wat is je minst geliefde training?

“Er is niks dat ik niet graag doe. Dat is ook te danken aan Ivo (Hendrix, zijn coach, red.), want de trainingen zijn supergevarieerd. Ik train nu vijf jaar bij hem en ik heb nog nauwelijks twee keer dezelfde training moeten. Ik denk dus nooit: ‘weer van dat’.”

Wat is de zwaarste training die je al hebt moeten doen?

“Dat moet op de heuvel aan de Zoete Waters is Oud-Heverlee zijn. Bijvoorbeeld zes of zeven keer de volledige heuvel, van beneden tot boven. Vroeger heb ik mij daar een paar keer vergaloppeerd, maar je kiest zelf een beetje hoe zwaar je die training maakt. Ik doe dat twee of drie keer per jaar. Op de piste doen we ook soms een breakdown met 500-400-300 meter sneller dan wedstrijdtempo. Na de 400m, die in minder dan 50 seconden gaat, zeg je al: het is hier genoeg geweest. Die training is wel zeldzaam geworden. Vroeger deed ik hem vaker, maar nu nog maar één keer per jaar.”