31/07
Lander Tijtgat nieuwe Head Coach afstandslopen

Lander Tijtgat in actie op het BK veldlopen in 2021.
Foto: Nadia Verhoft
In het Vlaamse wereldje van het afstandslopen is Lander Tijtgat geen nobele onbekende. Hij verwierf vooral faam als 1500m-loper en als crosser. Op de 1500m realiseerde hij in 2011 een stevig PR van 3'37"21 – naar Belgische normen toen nog een topchrono. Hij behoorde ook tot de nationale top in de cross. Zo won hij in de herfst van zijn carrière nog brons op het uitgestelde BK veldlopen na de coronacrisis, in 2021. De rode draad in zijn carrière was telkens terugvechten na blessures. Dat hield hij vol tot zijn afscheid op 38-jarige leeftijd in de CrossCup van Roeselare in 2022. Hij gold altijd als een geëngageerde atleet met visie, en als iemand die nadacht over de sport. Zo belandde hij in de topsportcommissie, waar hij afgevaardigde van de eliteatleten is. Als nieuwe Head Coach afstandslopen wordt hij een belangrijke schakel in de topsportwerking.
Je bent stiekem al een tijdje bezig. Hoe zijn de eerste maanden verlopen?
“Momenteel ben ik vooral aan het kennismaken met het werk. Ik ben bezig met het voortzetten van de taken die mijn voorganger Rik Didden deed – weliswaar zonder daarnaast nog training te geven. In tegenstelling tot Rik coach ik geen atleten. Qua neutraliteit is dat een voordeel. Ik doe de job halftijds. Ik blijf ook nog deeltijds actief in het onderwijs, dus ik verdeel mijn tijd tussen de twee jobs.”
Wat houdt de functie van Head Coach afstandslopen precies in?
“Mijn taak is om ervoor te zorgen dat de werking rond het afstandslopen zo optimaal mogelijk verloopt. Ik ben het tussenstation tussen het topsportdepartement met topsportcoördinator Rutger Smith en de atleten en coaches, zodat ik de elite-atleten met raad en daad kan bijstaan waar ze recht op hebben. Met de financiën houd ik mij niet bezig, maar ik regel wel de trainingsstages en hoogtestages – in Sankt-Moritz bijvoorbeeld. Ik ben het aanspreekpunt voor de afstandsatleten in de topsportwerking, zodat zij zo weinig mogelijk zelf moeten doen en zich volledig kunnen focussen op slapen en trainen.”
“Actief zijn in de topsportcommissie heeft me wel geholpen om de noden van de afstandslopers beter te leren kennen. Zo ben ik vertrouwd geraakt met de pijnpunten en de wensen van de atleten. Ik heb het gevoel dat zowel de atleten als de mensen hogerop me goed verwelkomen als Head Coach. Het voordeel van nog maar zo recent gestopt te zijn, is dat ik de atleten goed ken. Met Isaac Kimeli heb ik vaak samengelopen, en zelfs de beginjaren van Ruben Verheyden heb ik nog meegemaakt.”
Je volgt Rik Didden op, een grote naam in het afstandslopen. Hoe ervaarde je Rik vroeger toen je nog als atleet actief was?
“In het begin van mijn carrière had ik niet heel veel met Rik te maken. Veel verliep toen nog via de voormalige topsportcoördinator Tille Scheerlinck, en eventjes met Max De Vylder. Ik was ook al begin de dertig toen de structuur met Rik als Head Coach ontstond. Maar met Rik heb ik altijd een hele goede band gehad. De week voor hij met pensioen ging, hebben we ergens afgesproken en uitgebreid gepraat over de invulling van de job. Dat was een zeer goed gesprek. Als ik een vraag heb, ben ik ook niet beroerd om die aan hem te stellen. Dat is nooit een probleem. Ik zal hem trouwens nog vaak genoeg tegenkomen, aangezien hij nog actief is als coach van eliteatleet Jochem Vermeulen.”
Je afscheid verliep ietwat in mineur met een gemiste kwalificatie voor het EK veldlopen op de selectiecross in Roeselare in november 2021. Hoe kijk je daar nu op terug?
“Dat was natuurlijk superjammer. Isaac (red. Kimeli) had onbedoeld mijn spike uitgetrapt. Dat zijn nu eenmaal zaken die voorvallen in topsport. Op dat moment was het zuur, want ik wilde graag naar het EK cross in Dublin. Zeker in het begin had ik het er nog lastig mee, maar ik heb die pagina intussen al lang omgedraaid. Ik heb het volledig achter mij gelaten.”
Door het toenemende belang van stratenlopen en indoorwedstrijden (rankingpunten) staan veldlopen wat onder druk. Hoe kijk jij daar als crossliefhebber naar?
“Er zijn natuurlijk ook veldlopen waarmee rankingpunten te verdienen vallen. Maar het klopt dat een atleet veel meer punten scoort wanneer hij een goed indoorseizoen draait. Veldlopen blijft voor mij een ideale manier om tijdens de wintermaanden, wanneer een atleet veel basistraining doet, af en toe weerstandsprikkels op te zoeken en te duelleren met andere atleten. Het voordeel is dat de belasting in het veld lager ligt dan op de piste. Het is een risico om twee keer per jaar naar de piste te trekken – indoor én outdoor. Dus ik zou zeggen: lang leve het veldlopen. Volgens mij is crossen een prima voorbereiding op het pisteseizoen.”
Geloof je dat veldlopen kans maakt om op het programma van de Winterspelen te komen?
“Dat weet ik niet, maar dat zou ik natuurlijk fantastisch vinden. Dat zou een enorme boost geven aan de cross wereldwijd. Het zou de sport opwaarderen, en er zou meer interesse komen. Ik weet dat de baas van World Athletics, Sebastian Coe, een groot voorstander is van crossen. Hij liep trouwens zelf als 800m-1500m-specialist in de winter crossen van 12 km lang. Persoonlijk vind ik het positief dat hij achter het veldlopen staat.”
Het regent Belgische records op de lange afstand. Hoe verklaar je die sterke prestaties?
“Een tiental jaar geleden was er niet zoveel weelde in de halve fond als nu. Toen was 3'40 op de 1500m al ‘wauw’, nu gaan we naar de 3'30. En niet met één atleet, maar met drie! We hebben met Ruben Verheyden, Pieter Sisk en Jochem Vermeulen drie atleten die 3'31 waard zijn. Dat moeten we echt wel koesteren. Bij de vrouwen zien we topprestaties van Jana Van Lent en Elise Vanderelst. Zij zijn weliswaar aangesloten bij de LBFA, maar daar kan ik even hard van genieten. Het heeft niet alleen te maken met de nieuwe spikes, maar zeker ook met de coaching, de omkadering én het talent van de atleten. Er zijn veel goede, geroutineerde, maar ook jongere topcoaches die goed werk leveren. Het is een spannende tijd om dit van dichtbij mee te maken als Head Coach.”
Welke klemtonen wil je leggen als Head Coach?
“Het is momenteel nog vroeg om met grote plannen te komen. Ik heb zelfs nog niet iedereen in het veld kunnen spreken. Maar ik heb uiteraard wel een aantal ideeën in mijn hoofd. Die zal ik ten gepaste tijde stelselmatig overbrengen naar onder andere de coaches. De groepssessies als voorbereiding op het EK veldlopen vond ik een interessant idee. Zulke zaken zijn zeker nuttig om verder uit te werken.”
“Laat me eerst maar beginnen met werken in de luwte. Ik ga trachten mijn job goed te doen en proberen goed naar alle partijen te luisteren. Voor de rest hoop ik dat de atleten de pannen van het dak blijven lopen. We beleven een hoogconjunctuur, en dat moeten we proberen zo te houden – wat al niet evident is. De lijn tussen topprestaties en blessures is heel dun in de topsport. In tegenstelling tot de grote landen hebben wij ook geen blik van vijftig atleten waaruit we kunnen putten. Daarom moeten we voorzichtig omspringen met het talent dat we hebben.”
“Het is fijn om te werken in de topsportwerking. Ik merk dat er een goed klimaat heerst in Gent. De medische staf levert daar prima werk. De afstandslopers komen misschien minder vaak naar Gent, maar ze kunnen er wel terecht. Ik voel dat er een echte topsportmentaliteit heerst. Ik zie daar positieve dingen gebeuren. Die vibe voelde ik ook op de Europabeker in Maribor – al is de sfeer natuurlijk meestal goed als je wint.”