30/11

Road to Brussels: aftellen met Isaac Kimeli

nad-0589-min

Isaac Kimeli (vooraan) in actie op het BK cross in Hulshout

Het EK veldlopen in Brussel op 10 december nadert met rasse schreden. Wij blikken vooruit met atleten van de Vlaamse Atletiekliga die kans maken in een van de zeven EK-categorieën. Welke band hebben ze met het veldlopen? En hoe leven ze toe naar het kampioenschap in eigen land? Vandaag Isaac Kimeli/OEH.

Leeftijd: 29

Coach: Tim Moriau

PB’s: 3’36”51 (1.500), 7’47”48 (3.000m), 13’04”72 (5.000m), 27’22”70 (10.000m)

Aantal deelnames EK cross: 9

Beste resultaat: zilver lange cross (2018), brons lange cross (2022), goud U23 (2016)

 

Isaac, hoe heb jij toegewerkt naar het EK in Brussel?

“Ik heb mijn outdoorseizoen vroeg stopgezet om na mijn vakantie meteen het EK veldlopen te kunnen voorbereiden. Mijn voorbereiding is gestart met een zestal weken Kenia, waarin ik gewoon aan de basis werkte en veel kilometers deed. Ik ben vaak boven de 150 kilometer per week uitgekomen, misschien wel meer dan ooit. Daarna zijn we wat specifieker beginnen trainen.”

Vormt het EK veldlopen echt een piekmoment in jouw planning?

“Zeker. In het verleden heb ik het EK cross soms meegepikt als tussendoortje, maar nu is het echt een doel. Een EK in eigen land maak je waarschijnlijk maar één keer in je hele carrière mee. Daarom hebben we ook echt specifiek getraind. Ik deed bewust trainingen op crossterrein, iets wat ik nooit eerder deed.”

Je verkende woensdag het parcours. Wat is jouw indruk?

“Ik moet eerlijk toegeven dat ik meer fan ben van Brussel in februari, als het meestal droog ligt. Nu is er héél veel modder en ligt het superzwaar. Het is niet de sterkste die volgende zondag gaat winnen, maar wel de slimste. Ik ben geen modderspecialist, maar dat wil ik zeker niet als excuus gebruiken. Als je in topvorm bent, kan je elk parcours aan.”

Hou jij eigenlijk van veldlopen?

“Ik vind piste en cross even leuk. Het mooie aan de cross vind ik dat het echt een strijd is tussen de atleten. Je bent niet afhankelijk van hazen of van een strak tempo. Als je een kilometer slentert in 4’00, geeft niemand daar iets om. Wat telt is wie als eerste over de finish loopt. Dat is mooi.”

Waar plaats je jouw veldloopmedailles uit Tilburg en Turijn naast andere successen uit je carrière?

“Heel hoog, vooral Tilburg. Het liep daar vol met Belgische supporters en de sfeer was ongelofelijk. Supporters staken daar vuurwerk af naast het parcours. Ik ga nooit vergeten hoe ik daar vooruitgeschreeuwd werd en tot op het einde meestreed voor goud. Eigenlijk is dat het mooiste moment uit mijn hele carrière.”

Hoe is het met de vorm?

“Ik ben nog beter dan vorig jaar. De zwaardere tempotrainingen doe ik aan een hoger tempo dan in dezelfde periode vorig jaar, en op het BK in Hulshout voelde ik mij na de lange cross nog in staat om ook de korte cross te lopen, ook al kreeg ik het daar uiteindelijk wel zwaar.”

Met welke ambitie start je in Brussel?

“Ik wil meestrijden voor de medailles. De cross is onvoorspelbaar en je kan niet beweren dat je zeker op het podium zal staan, maar ik wil er wel voor vechten. En aangezien ik al brons en zilver heb, zou het allermooiste zijn om in Brussel goud te winnen, maar met eender welke medaille ben ik blij. En ook in het landenklassement denk ik dat we voor een medaille moeten gaan. Frankrijk en Spanje zie ik als de grootste concurrenten.”

Verwacht je veel supporters op het EK?

“Toch wel. We zullen nóg meer aangemoedigd worden dan vijf jaar geleden in Tilburg. Mijn vriendin heeft al voor 30 mensen tickets gekocht, dus als iedereen dat doet, zal het de moeite worden. Ik ga er alles aan doen om de Belgische supporters niet teleur te stellen.”