07/01

Door de muur met Rani Rosius: “Als ik langer loopwerk moet doen, ben ik heel slechtgezind”

rosius-rani-2022-gent-kvvi-jdc-min

Rani Rosius.

Hoe trainen onze beste atleten? En hoe vaak trainen ze? Welke training doen ze graag? De antwoorden op dat soort vragen vind je in onze reeks ‘Door de muur’. Vandaag aan het woord: spurtbom Rani Rosius.

Rani, je bent momenteel op stage op Tenerife. Wat is in jouw ogen het voordeel van een stage?

“Je bent er gewoon even tussenuit en moet alleen met sport bezig zijn. Tussendoor studeer ik wel een beetje, maar verder moet je niets doen. Niet koken, niks. Je bent afgezonderd en geconcentreerd op sporten.”

Hoe vaak ga jij op stage?

“Niet zo vaak. Deze stage regel ik zelf en ik blijf een kleine twee weken, tot 15 januari. Dan is er nog de paasstage van de VAL en sommige jaren mag ik ook mee met het BOIC in november."

Wat is je favoriete stagelocatie?

“Ik weet het niet. Misschien toch Belek. Alles is er, waaronder een heel grote fitness. Je kan er altijd je eigen ding doen. Tenerife is heel druk en vorig jaar zaten we ook in een hotel met slecht eten. Nu zijn we in een ander hotel.”

Train je op stage veel meer dan thuis?

“Toch een beetje, maar niet overdreven. Thuis train ik negen keer per week en nu tien of elf. De inhoud is ook anders. In België doe ik in de winter minder echte snelheid, want ik train altijd buiten en moet rekening houden met regen of vrieskou. We moeten mijn training vaak aanpassen aan de omstandigheden. Daar staat tegenover dat ik thuis ook trainingen in het bos doe die je hier op Tenerife niet kan doen.”

Hoe ziet een klassieke week eruit als je thuis bent?

“Maandag train ik eerst in het bos en ’s avonds nog kracht. Dinsdag doe ik piste of bergjes en ’s avonds een workout van de kiné met core stability. Woensdag doe ik ’s ochtends kracht en ’s avonds lopen. Donderdag is mijn rustdag en ga ik naar de kiné om mij los te maken. Vrijdag doe ik één looptraining, zaterdag een krachttraining en zondag doe ik ofwel piste, ofwel een training op de Teut, met bergjes en zand.”

Is het winterseizoen tot nu toe al goed verlopen? Ben je beter dan vorig jaar?

“Ik ben bezig sinds oktober en alles is volgens plan gelopen. Ik voel wel dat ik beter ben dan vorig jaar en Johan (Baerts, haar coach, red.) zegt dat ook. Dat gaat om kleine dingen: in de derde week van oktober stonden we bijvoorbeeld verder dan een jaar geleden. Ik ga niet per se sneller, maar verteer bepaalde trainingen wel beter waardoor ik eerder gerecupereerd ben. We zetten stapjes in de juiste richting zonder mij kapot te maken. We willen niet zomaar keihard blijven doorgaan zonder meerwaarde.”

Ligt de focus op training momenteel al op het indoorseizoen?

“Ik ben al specifieker bezig met meer snelheidswerk en er gaan ook startblokken bijkomen. In België, in de regen, kan ik dat niet doen. Momenteel doe ik veel maximale snelheid, maar ook nog weerstand met bijvoorbeeld 200’en en 300’en.”

Is het indoorseizoen belangrijk voor jou?

“Ik probeer altijd vollebak te gaan, dus ook indoor. Mijn focus ligt op het EK in Istanboel.”

Wat is jouw favoriete training?

“Die heb ik niet per se, maar krachttraining vind ik wel leuk.”

Wat doe je niet graag?

“Langer loopwerk. In september zijn dat duurloopjes, en dat doe ik echt niet graag. Momenteel zijn dat 300’en. Het kan bijvoorbeeld 10x300m zijn en dan denk ik altijd ‘what the fuck’. Ik maak mijn training altijd af, maar ben dan wel heel slechtgezind. Vroeger was het ook niet leuk omdat ik er niet goed in was, maar ondertussen ben ik er wel beter in geworden.”

Wat vind jij de zwaarste training?

"Hard lopen met weinig rust. Bijvoorbeeld 3x(150m-120m). Het is best leuk, maar ook zwaar. Als je voluit gaat, is alle mogelijke rust te weinig.”