19/12
De buitenlandse blik op het Brusselse blubberfestijn
Ploeteren op het zware parcours.
Voor de Belgische atletiekliefhebber staat het veldlopen gelijk aan een zwaar parcours met een aantal hellingen, een paar modderstroken, het liefst nog in combinatie met regen en wind. De traditionele veldlooplanden zoals Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk volgen ons daarin, maar voor heel wat andere landen is dat allemaal niet zo alledaags. In landen zoals Roemenië en Slovenië zijn veldlopen eerder veredelde stratenlopen. Nusa Mali (61ste bij de U23 vrouwen) liep nooit eerder een veldloop in de modder en was min of meer in shock toen ze op zondag het parcours zag. “Op zaterdag zag het er nog behoorlijk goed uit”, zegt ze. “Het was een uitdagende omloop en er lag wel wat modder, maar niets onoverkomelijks. Op zondag was er echt alleen maar modder. Ik liep in Slovenië wel al vaker een veldloop, maar ik zag er nooit het nut van in om met spikes te lopen. Meestal waren stevige trailschoenen meer dan voldoende. In Brussel heb ik mijn mening moeten herzien."
De Oostenrijker Marcel Tobler (64ste bij de U23 mannen) liep afgelopen zomer in Oordegem zijn persoonlijk record op de 1500m (3’40”52) en hoopte in Brussel op een plaats in de subtop, maar hij bleef gewoon steken in modder. “Ik heb er vastgesteld dat ik totaal niet kan lopen in modder. Ik keek met verwondering naar de andere atleten die als het ware over de modder vlogen. Ikzelf kon er totaal niet mee overweg. Ik heb alles geprobeerd om in een ritme te komen, maar het lukte niet. Los van de modder was de omloop ook veel lastiger dan gedacht. Vorig jaar waren er in Turijn stukken waarop je kon recupereren en hier was dat totaal niet het geval. Ik had het gevoel dat ik constant mijn tempo en loopstijl moest aanpassen en bijstellen. Het was verschrikkelijk zwaar.”
"Buiten categorie"
De Ierse Avril Millerick (59ste bij de U20 vrouwen) wist dan weer te zeggen dat dergelijke omlopen en omstandigheden schering en inslag zijn in Ierland. “Ierland is net als België een land waar het heel veel regent en zo goed als al onze veldlopen worden afgewerkt op zware, modderige omlopen. De omstandigheden waarin we het nationaal kampioenschap in Gowran moesten lopen waren nog zoveel zwaarder dan in Brussel”, bekent ze.
Arnold Rogers (82ste bij de senioren mannen) loopt voor Gibraltar en nam al vier keer deel aan een EK veldlopen. “Ik vond Turijn vorig jaar al enorm lastig, maar Brussel was echt buiten categorie. Het is met voorsprong de zwaarste wedstrijd die ik ooit heb gelopen. Nochtans zag dit er op papier een behoorlijk vlakke en snelle omloop uit. Heb ik me even misrekend”, lacht hij.
Veldlooptraditie
Rondvraag bij de verschillende atleten leert ons ook dat we in België ons gelukkig mogen prijzen met een circuit zoals de CrossCup, want in heel veel andere landen is er zo goed als geen veldloopseizoen. Meestal wordt er een nationaal kampioenschap georganiseerd en dat dient dan ook meteen als selectie voor het EK. Finland dat met de Ilona Mononen en Nathalie Blomqvist respectievelijk zilver en brons pakte bij de U23 heeft in aanloop naar het EK geen veldlopen. “Bij ons is er een kort veldloopseizoen in de lente, vlak voor het pisteseizoen”, zegt Niko Putkinen (59ste bij de U23 mannen). “Er is een nationaal kampioenschap en nog één of twee wedstrijden. Gelukkig kon ik eind november deelnemen aan het Nordic Cross Country Championship in Ijsland. Op die manier had ik toch één goeie wedstrijd ter voorbereiding op het EK.”
Ook Roemenië, Oostenrijk en Slovenië moeten het stellen met slechts een tweetal veldlopen per seizoen. “Er is weinig interesse in het veldlopen en vaak staan er ook heel weinig atletes aan de start. Op die manier is het voor ons heel moeilijk om ervaring op te doen. Een zwaar parcours zoals in Brussel is voor ons compleet nieuw”, bekent Diana Verdes (78ste bij de U20 vrouwen). Portugal heeft wel een rijke traditie in het veldlopen en daar is het ook nog steeds heel populair. Toch bracht het EK in 2019 niet zo heel veel publiek op de been. “Ach, in Portugal is het voetbal de enige sport die telt”, zegt Diana Fernandes (69ste bij de U20 vrouwen). “Er zijn wel heel wat mooie veldlopen in Portugal, maar ik heb nog nooit in zo’n zware omstandigheden moeten lopen. Het was afzien van begin tot einde.”
Uitzinnig publiek
Niet alleen het parcours en de modder maakten van Brussel een buitengewoon EK veldlopen, maar ook de toeschouwers zorgden voor een onvergetelijke sfeer. Voor de Belgische atleten was het een ervaring die ze zich hun hele leven lang nog zullen herinneren, maar ook voor de deelnemers uit andere landen was de sfeer langs het parcours iets wat ze nog maar zelden hadden meegemaakt. “De afgelopen jaren presteerde ik ondermaats in het veldlopen, maar in Brussel heb ik bewezen dat ik het nog steeds kan”, zegt Baldvin Magnusson (16de bij de senioren mannen). Ik ben opgegroeid in Engeland en daar liep ik wel vaker op modderige omlopen. Die ervaringen hebben zeker geholpen, maar ook het publiek stuwde me als het ware vooruit. Ijsland is een klein land en het lijkt me onmogelijk om er zoveel toeschouwers naar een veldloop te krijgen.”
De Roemeense Diana Verdes formuleerde haar ervaring als volgt: “Het leek bij momenten alsof het publiek aanvoelde hoe moeilijk we het allemaal hadden in de modder. Ze schreeuwden en moedigden ons aan, ook al liepen we helemaal achteraan. Dat was ronduit fantastisch.” In Ierland zijn ze daarentegen al wat gewoon en – eerlijk – de sfeer in Dublin twee jaar geleden overtrof nog enigszins dat van Brussel. "Het sociale aspect van een veldloop is in Ierland heel belangrijk”, zegt Avril Millerick. “Er worden in Ierland heel veel veldlopen georganiseerd door lokale clubs en altijd is er ongelofelijk veel publiek. Ook bij een Europees kampioenschap reizen altijd heel wat supporters mee. Supporteren ligt ook in de natuur van het Ierse volk. In Brussel waren er langs het hele parcours Ierse supporters met vlaggen en andere attributen te bespeuren."
Topeditie en topervaring
Voor zover we het nog niet wisten, kunnen we definitief besluiten dat Brussel 2023 voor zowat alle deelnemers een topervaring was. Brussel was één van de beste EK's van de afgelopen jaren. We stelden ook vast dat dit voor de Belgische atletiekliefhebbers naar meer smaakt. We hebben in België alles voor handen : talentvolle atleten, organisatoren, vrijwilligers, publiek, terreinen,… Het enige waar nog heel hard aan gewerkt moet worden is media-aandacht. Sporza zorgde wel voor een uitstekende verslaggeving, maar onze nationale, schrijvende pers was toch wel een belangrijke en duidelijke afwezige in Brussel. Maar ook daarin staat België als land niet alleen. Zowat alle atleten die ik sprak, gaven aan dat er in hun land zo goed als geen aandacht werd geschonken aan het EK veldlopen.