20/07
Sofie Debaere wordt de nieuwe Algemeen Directeur van Atletiek Vlaanderen

Sofie Debaere.
Sofie Debaere is geen onbekende in het Vlaamse sportlandschap, en al helemaal niet binnen de atletiekwereld. Ze was vijf jaar lang praktijkassistent atletiek aan de KU Leuven. Ze maakte daar ook een doctoraat in de sportbiomechanica rond de biomechanische determinanten van de sprintstart en werkte toen ook nauw samen met de atletiekliga (die ook deels mee financierde). Ze deed toen heel wat FAST tests bij de elites en ging mee op trainingsstages. Nadien liep ze een knap parcours bij onze 'moederfederatie' Sport Vlaanderen, waar ze als programmamanager onder meer atletiek als verantwoordelijkheid had. Op haar 41ste kan ze al heel wat interessante vakjes afvinken: ze is gepassioneerd door atletiek, beschikt over kennis, visie, ideeën, strategisch inzicht en vooral heel veel goesting om een mooi verhaal te schrijven. Met Sofie Debaere kiest de federatie voor een betrokken leider die de (atletiek)sport én de mensen erachter door en door kent. In dit interview maakt u kennis met onze nieuwe directeur.
Je bent geen onbekende voor veel mensen van Atletiek Vlaanderen. We kennen u als programmamanager topsport bij Sport Vlaanderen. Waarom heeft u de sprong gewaagd van de koepelfederatie naar de atletiekfederatie?
"Atletiek is mijn achtergrond. Het is de sport die ik als kind van jongs af aan beoefende. Het was een privilege om programmamanager bij Sport Vlaanderen te zijn, en ik heb dat dertien jaar met volle overgave gedaan. Maar na al die jaren had ik misschien wel behoefte aan iets nieuws. Toen de mogelijkheid zich voordeed om een functie op te nemen binnen de atletiekfederatie, zag ik dat als een opportuniteit. Ik ben atlete, coach en VTS-docent geweest, en ik ben nog altijd verbonden aan atletiekclub Vlierzele Sportief. Vanuit al die rollen heb ik verschillende kanten van de atletiek leren kennen. Ik voel me goed geplaatst om deze rol op te nemen en er mijn schouders onder te zetten. Ik geloof ook dat er in een sport als atletiek nog enorm veel kansen liggen voor Atletiek Vlaanderen. Bijvoorbeeld in het runningverhaal: als je ziet hoeveel mensen er momenteel aan het lopen zijn… Ik ben superenthousiast om daar vanuit de federatie iets mee te doen."
Je kent vanuit Sport Vlaanderen het Vlaamse sportlandschap door en door. Dat is een belangrijke troef.
"Inderdaad. Dat is zeker iets wat ik meeneem uit mijn tijd bij Sport Vlaanderen. Ik heb in mijn professionele carrière veel samengewerkt met uiteenlopende sportfederaties. Het kan nooit kwaad om eens over het muurtje te kijken. Die bredere blik kan helpen: door niet enkel met een atletiekbril te kijken, maar ook te leren van hoe andere organisaties de zaken aanpakken. We kunnen veel van elkaar leren. Bijvoorbeeld hoe andere federaties omgaan met de vele ongebonden sporters, sporters die geen lid zijn van een sportclub maar wel individueel aan het sporten zijn. Hoe proberen andere federaties die aan hen te linken? Daar kunnen we misschien iets uit meenemen. Zulke zaken neem ik graag mee in mijn rugzak."
"Ik ken de atletieksport vanuit verschillende geledingen: als atlete, als coach en vanuit de clubwerking. Ik begrijp de complexiteit met al die verschillende partijen die vaak uiteenlopende belangen hebben. Het is een uitdaging om die diverse doelgroepen met elkaar te verbinden."
Je krijgt voldoende tijd om in te werken. Hoe zal de inloopperiode eruitzien?
"De bedoeling is dat ik in oktober start en dat de huidige directeur Ludwig me meeneemt om de werking van binnenuit te leren kennen. Ik ken momenteel enkel de werking van buitenaf. In de inloopperiode van drie maanden krijg ik rustig de tijd om alle personeelsleden, commissies en betrokken mensen in de organisatie te leren kennen. Op 1 januari neem ik dan officieel de fakkel over van Ludwig. Het is enorm nuttig om de eerste maanden een mentor als Ludwig te hebben. Het is goed dat daar vooraf over is nagedacht en ruimte voor is voorzien. Continuïteit is beter dan een abrupte overgang. Voor mij is dit een ideale situatie."
Waar kijk je het meest naar uit in je nieuwe rol?
"Het is moeilijk om echt één element te pinpointen. Het totaalaspect spreekt me aan: dagelijks bezig zijn met de sport waar mijn hart ligt. Het lijkt me ook enorm fijn om te werken in een team waarin iedereen dezelfde ingesteldheid heeft. Atletiek is mijn sport en mijn achtergrond. Ik ga er helemaal voor om met een team ergens voor te staan en samen naar hetzelfde doel toe te werken."
Wat voor algemeen directeur mogen we verwachten?
"Ik hecht veel belang aan de mensen in de organisatie. Het is belangrijk dat er een sterk team staat dat samenwerkt aan één gemeenschappelijk doel. Als je als één team samenwerkt, kom je als organisatie sterker naar voren. Ik ben iemand die gestructureerd werkt en graag volgens duidelijke kaders handelt — maar altijd met inspraak van iedereen. Niet vanuit een ivoren toren, maar vanuit een teamgevoel. Dat is mijn leiderschapsstijl."
Zijn er bepaalde thema’s waarvan u nu al kunt zeggen dat ze extra aandacht verdienen?
"Het is moeilijk om dat nu al heel concreet te benoemen, maar de vrijwilligers zullen zeker een belangrijk aanspreekpunt zijn. Het wordt steeds moeilijker om vrijwilligers te vinden. In diezelfde lijn is ook het jurykorps een aandachtspunt: we willen niet in de situatie terechtkomen dat wedstrijden in het gedrang komen door een gebrek aan juryleden. Ook de link met de clubs en de mensen die dagelijks op het terrein bezig zijn, is cruciaal.
Daarnaast wil ik ook kijken naar de ongebonden sporters en de kansen die daar liggen. Veel mensen sporten op eigen houtje, los van een club, maar ook voor hen kan een federatie relevant zijn."
Je bent de eerste vrouw aan het hoofd van Atletiek Vlaanderen. In de sportsector, en zeker onder directeurs, zijn vrouwen nog altijd een zeldzaamheid. Hoopt u een rolmodel te zijn?
"'Rolmodel' vind ik een groot woord. Wat vooral belangrijk is, is dat we als federatie tonen dat het niet gaat om geslacht, maar om competenties. Of het nu een man of een vrouw is, maakt in feite niets uit. Als je ervoor werkt, kun je altijd veel bereiken."
Je bent aangesloten bij atletiekclub Vlierzele Sportief. In welke hoedanigheid ben je nu nog actief bij de club?
"Momenteel is mijn bijdrage bij VS vrij beperkt. Mijn bezigheden waren moeilijk te combineren met mijn functie bij Sport Vlaanderen. Als ik ergens voor ga, wil ik dat 100% doen, de atleten verdienen dat ook. Ik geef dus geen training meer, maar ben nog wel actief bij de organisatie van enkele wedstrijden. Bij de club weten ze dat ze altijd op mij kunnen rekenen om ergens in te springen. Maar ik ben niet meer wekelijks op de club aanwezig. Dat was niet meer combineerbaar en dan geef ik liever anderen de kans."
Heb je tot slot nog een boodschap voor de atleten, clubs en de atletiekgemeenschap?
"Moeilijke vraag (lacht). Ik wil er als directeur voor iedereen zijn. Ik weet dat dat een gewaagde uitspraak is, maar mijn deur zal voor iedereen openstaan. Ik vind het belangrijk dat je als directeur voldoende voeling hebt met de clubs en alle stakeholders."