Road to Brussels: aftellen met Noah Konteh

Leeftijd: 20

Coach: Rik Didden

PB’s: 1’51”24 (800m), 3’43”88 (1.500m), 8’04”87 (3.000m), 14’39”01 (5.000m), 29’21”30 (10.000m)

Aantal deelnames EK cross: 2

Beste resultaat: 17e (2022)

Noah, na twee deelnames aan het EK veldlopen bij de juniores kom je nu bij de beloften uit. Wordt dat moeilijker?

“De afstand van de selectiewedstrijd is wel een aanpassing. Vorig jaar heb ik al vier lange crossen gelopen, en dat was wel wat anders. Het tempo was hetzelfde als bij de juniores, maar dan drie à vier kilometer langer. Ondertussen voelt het wel beter, ook na mijn zomer op de 10.000 meter. Als ik op het EK geraak zal het ook wel een verschil zijn met de juniores, vooral de snelheid waaraan er wordt gelopen.”

Hoe heb je naar het BK in Hulshout toegewerkt?

“Voor Roeselare ben ik op stage geweest naar Font-Romeu en ik denk wel dat het gewerkt heeft. Ik voelde me eigenlijk niet super op training, maar het was leuk om te zien dat het er in Roeselare toch uitkwam. Naar het BK werk ik toe zoals naar een andere wedstrijd, met veel zin. Mijzelf zo goed mogelijk verzorgen vind ik belangrijk, niet ziek of geblesseerd geraken. Mentaal leef ik daar niet heel speciaal naartoe. Ik probeer elke wedstrijd op dezelfde manier aan te pakken.”

Na Roeselare kon je nog drie weken trainen tot het BK. Wat heb je nog gedaan?

“Eerst heb ik geprobeerd om goed te herstellen, maar op wat stijfheid na ging dat wel vlot. En verder heb ik vooral getraind zoals andere jaren in de winter, en dat wil zeggen focus op uithouding en een degelijk volume draaien. Vrijdag doe ik mijn laatste zware training. Het belangrijkste voor mij op het BK is om me te plaatsen voor het EK, maar ik wil ook graag Belgisch kampioen worden bij de beloften.”

Hoop je ook op een mooie plaats tussen de seniores op het BK?

“In Roeselare was ik zevende, maar er ontbraken wel wat grote namen. Als ik lang kan meegaan met de subtop, zo veel te beter, maar ik wil mijn eigen wedstrijd lopen en ga zeker mijn motor niet opblazen. Ik zal eerder voorzichtig starten.”

Hoeveel kans geef je jezelf op een EK-selectie?

“Als ik loop zoals in Roeselare, is de kans groot, maar elke wedstrijd moet gelopen worden. Ik voel me niet honderd procent zeker. Eerst Hulshout, dan EK. Ik weet niet wat de ondergrond gaat geven, want dat is belangrijk voor mij. Een ongelukje mag ik de komende weken ook niet voorhebben. Dat gebeurt wel eens, dat ik bijvoorbeeld val.”

Als je het EK haalt, wat wil je dan bereiken?

“Heel hard genieten van een kampioenschap in eigen land, dat is het voornaamste. Een plaats noemen vind ik heel moeilijk, want het is mijn eerste jaar bij de beloften. Ik probeer te kijken naar de mensen waar ik de voorbije jaren bijliep. Als ik eerste Belg ben op het EK, heb ik het goed gedaan. Top 30 lijkt me mooi, maar ik weet het echt niet.”

Je maakt deel uit van de Vlaamse preselectie. Wat vind je van het project?

“Ik was op stage, dus ik ben er nog niet bij geweest, maar ik vind het goed dat er heel veel aandacht gaat naar het EK in eigen land. Door de ruime selecties wordt iedereen ook aangemoedigd om er vol voor te trainen, dus dat is allemaal goed nieuws.”

Cross jij graag?

“Zeker, maar niet op alle parcoursen. Brussel of Dublin of Diest, daar hou ik wel van. Zolang het niet pure modder is, zoals vroeger in Roeselare. Vooral de afwisseling vind ik leuk.”

Wat is je favoriete veldloopparcours?

“Sowieso Brussel. Het parcours was er de laatste jaren altijd goed beloopbaar, en ik hou van lange hellingen die niet te stijl zijn. Als het zo stijl is als in Turijn, heb ik de kracht niet.”

Wat is je mooiste herinnering aan een internationaal kampioenschap?

“De WK-finale bij de juniores op de 3.000 meter in Colombia. Ik was op één na laatste, maar daar mogen staan was heel zot.”

Wat heb je geleerd uit eerdere internationale ervaringen?

“De voorbereiding kan nog zo goed of slecht gaan, maar soms maakt het precies niets uit. Vorig jaar liep alles goed richting EK cross, terwijl ik het jaar ervoor geblesseerd en ziek was in de voorbereiding. En toch maakte het maar één plaats verschil. Vorige zomer had ik covid in mei, en toch liep ik nog een goed EK.”