Door de muur met Noor Vidts: "Mijn training duurt soms drie uur"

Hoe ziet een trainingsweek eruit bij jou?

"Dat verschilt van week tot week en vooral van de periode in het jaar. Meestal train ik zes à zeven keer per week, daarnaast doe elke dag of minstens om de twee dagen kineoefeningen. Elke week doe ik een snelheidstraining en één of twee keer kracht. Een looptraining met VO2max-werk en lactische elementen zit er ook altijd tussen, en daarnaast natuurlijk technieken. Mensen vragen mij vaak welke discipline ik vandaag ga oefenen, maar dan moet ik meestal 'vanalles' antwoorden. Bij mij kan één training een halve meerkamp bevatten."

Hoe lang duurt een training dan, als je meerdere disciplines aan bod laat komen?

"Minstens twee uur en soms drie. Wij opteren eerder voor een lange training dan twee trainingen op een dag. Dat plant iets makkelijker. Tussen twee disciplines binnen één training neem ik meestal wel even rust. Speerwerpen en kogelstoten komen alle weken aan bod omdat daar bij mij veel werk aan is en omdat die iets minder belastend zijn. De springnummers doe ik ongeveer om de twee weken, maar de spurt- of hordetrainingen zijn daar natuurlijk ook nuttig voor."

Welke trainingen doe je het liefst?

"Hordetraining. Dat is technisch en toch ook stevig doorgaan. Het is een van mijn favoriete disciplines."

En het minst graag?

"De looptrainingen zijn minder mijn ding. Met duurlopen zijn we gestopt omdat ik daar kniepijn van kreeg en omdat die niet heel interessant zijn voor de meerkamp, maar ik doe nu tempotrainingen op basis van een MAOD-test bij professor Hespel. Ik loop dan bijvoorbeeld vijf keer vier minuten aan veertien of vijftien per uur. Eerlijk: dat vind ik vreselijk saai. Die minuten lijken maar niet voorbij te gaan. Ik doe liever korte, krachtige dingen."

Zijn dat meteen ook jouw zwaarste trainingen?

"Ja, maar zo geweldig zwaar train ik niet. De essentie is om slim te trainen en niet kapot te gaan, want de volgende dag of ten laatste twee dagen later moet je weer fris zijn voor de volgende training. Het zwaarste is de opeenvolging van trainingen, waarin alles aan bod komt. Krachttraining kan soms wel enorm lastig zijn als we isometrisch werken en ik bepaalde posities lang moet aanhouden. Daar kan ik doodop van zijn. Ik kan wel meer aan omdat mijn recuperatie er de laatste jaren serieus op vooruit is gegaan. Ik drink meer shakes, ga twee keer per week naar de kine, zit in de Normatec en zorg voor een goeie activatie voor de training. Mijn studies heb ik ook meer gespreid omdat ik altijd van hier naar daar holde. Ik slaap ook veel, tussen 8,5 uur en 10 uur en dat heb ik ook echt nodig."

Werk je met een vaste periodisering van bijvoorbeeld drie weken zwaar trainen en één week minder hard?

"Nee. We proberen elke week wat op te bouwen. Bij spurttraining bijvoorbeeld loop ik dan de ene week aan 75 procent en de volgende week aan 85 procent. Er zijn periodes waarin de accenten serieus verschuiven, maar niet echt specifieke zware of rustige weken. Er is wel een groot verschil tussen winter- en zomertrainingen. De winter is het basiswerk: dan doe ik niet veel spikes aan en doe ik nauwelijks hoog- en verspringen op volledige aanloop. In de zomer train ik wedstrijdgerichter, kruip ik in mijn startblok, test ik mijn aanloop en zorg ik dat ik stilaan fris word. De sessies worden korter en de krachttraining explosiever."

Hoe ziet de laatste rechte lijn naar een wedstrijd eruit?

"Drie of vier weken op voorhand begin ik al af te bouwen omdat je voor een meerkamp echt wel fris moet zijn. In de laatste week doe ik echt niet veel meer, alleen alle technieken nog even herhalen."