22/05

Atleten scoren in speerpuntdisciplines

belgaimage-39759748

Timothy Herman

Een kleine 3 jaar geleden lanceerde de Vlaamse Atletiekliga de speerpuntdisciplines: meerkamp, polsstokspringen, speerwerpen, halve fond (800 en 1.500m) en horden/relays. Op basis van de sterke prestaties in die vijf onderdelen lijkt het erop dat de extra investeringen beginnen te lonen. Speerwerper Timothy Herman is slechts één van de vele atleten die daar het levende bewijs van zijn.

Zowel de Vlaamse Atletiekliga als Sport Vlaanderen investeren een aanzienlijke som in topsport. Een deel van dat geld gaat rechtstreeks naar een specifieke atleet (en eventueel zijn omkadering). Sport Vlaanderen steunt atleten op basis van de beoordeling of ze de mogelijkheid hebben om top 8 in de wereld te zijn of bereiken op internationale kampioenschappen. De Vlaamse Atletiekliga ondersteunt daarnaast een aantal atleten die dicht bij dit niveau aanleunen, maar het (nog) niet halen.

Centrale werking

Naast de financiële ondersteuning investeren Sport Vlaanderen en de Vlaamse Atletiekliga in structurele zaken die meer atleten (zowel de eliteatleten als de andere atleten) ten goede komen. Dit gebeurt binnen de “centrale werking” in Leuven en Gent waar alle atleten worden samengebracht om te trainen met een professionele omkadering van trainers en (para-)medici.

Een laatste stuk van de gezamenlijke investeringen zijn de “speerpuntdisciplines” : omdat er gewoon weg niet genoeg financiële middelen zijn om voor alle disciplines een kader uit te bouwen, wordt er per disciplinegroep een discipline gekozen om te investeren.

Speer als speerpuntdiscipline

Timothy Herman is een prachtig voorbeeld van een modelatleet die de laatste jaren niet in aanmerking kwam voor een profcontract, maar via het ondersteuningsprogramma toch op steun kon rekenen. De hard werkende speerwerper timmert ondanks heel wat blessureleed al jaren aan de weg naar de top. Hij combineert zijn sport met een fulltime job als onderhoudstechnicus. Tot dusver had hij niet voldoende ver gegooid om individueel in een ondersteuningsprogramma te komen. Samen met aanstormend talent Cedric Sorgeloos, was hij de basis om speerwerpen tot speerpuntdiscipline te kiezen. Er werd een programma opgezet om hen te ondersteunen met als doel op korte en middellange termijn topresultaten te boeken. Met een monsterworp van 87m35 in Nairobi kan hij op zijn 32 ste spreken van een grote doorbraak. Dat heeft hij in de eerste plaats aan zichzelf, zijn doorzettingsvermogen en zijn harde werk te danken, maar het Speerpuntbeleid gaf hem een duwtje in de rug. Daarnaast krijgt hij onder meer nog steun van zijn club AC Meetjesland en sponsors . En zijn eigen trainers Luc Van Maldeghem en Johan Kloeck spelen uiteraard ook een belangrijke rol. Om maar eventjes te kaderen dat er veel bij komt kijken om tot zulke topprestaties te komen. 

 “Speerpuntdisciplines om efficiënter met middelen om te gaan”

Topsportcoördinator Ruger Smith, zelf een voormalig topwerper, vond het belangrijk om in alle disciplinegroepen minimaal één nummer op te nemen in de speerpuntdisciplines. “De speerpuntdisciplines hebben we in het leven geroepen omdat we efficiënter met onze middelen wilden omgaan”, verduidelijkt Rutger Smith.  “We hebben gekeken naar het potentieel op de disciplines. Op de 4x400m en op de meerkamp is er al 15 jaar lang een cultuur in België. In de werpnummers daarentegen is de kloof tussen de beste Belgen en de wereldtop vaak nog vrij groot. Maar in het speer zagen we potentieel bij getalenteerde mannen als Timothy Herman en Cedric Sorgeloos. Dat is de reden waarom we toen voor speer hebben gekozen.”

Het is opvallend dat de Vlaamse atleten sterk scoren in de speerpuntdisciplines. Deels doordat we al sterk stonden in die proeven, maar ook doordat er nog extra progressie is geboekt. Recente BR’s in het polsstok op de relays, in het speer en op de halve fond zijn daarvan het bewijs.  “We hebben de speerpuntdisciplines destijds in volle coronaperiode uitgerold richting de Olympische Spelen van Parijs. Na anderhalf jaar ‘normale atletiek’ na corona is het natuurlijk moeilijk om al conclusies te trekken. Maar als je puur kijkt naar de prestaties zien we vooruitgang bij alle speerpuntdisciplines. Kijk naar Ben Broeders en Elien Vekemans in het polsstok, het succesverhaal van de 4x100m op het EK vorig jaar en de sterke prestaties van Tibo De Smet en Ruben Verheyden. We investeren in coaches. Op de meerkamp is er naast Fernando Olivia nu Bart Bennema bijgekomen. Op de 4x100m leveren Rudi en Lieve sterk werk. Daarnaast is er een werking opgestart met medische en sporttechnische ondersteuning. Op het vlak van testing, screening en kiné worden de atleten extra ondersteund. Op de topsportwerking in Gent en Leuven worden de atleten efficiënt begeleid.”

Op termijn kan er ook gekozen worden om te focussen op andere disciplines. “We kunnen altijd nog disciplines toevoegen. Dan durf ik misschien denken aan hoogspringen. We bekijken en evalueren dat constant. De toptalenten die er zijn worden sowieso opgenomen in onze topsportwerking. De focus ligt momenteel op 5 disciplines: speer, 800m/1500m, relays/horden, polsstok en meerkamp. Maar dat kan altijd veranderen. Uiteraard ondersteunen we ook atleten naast de speerpuntdisciplines”, beklemtoont de topsportcoördinator.  “Het spreekt voor zich dat ook bijvoorbeeld marathontoppers extra ondersteuning krijgen. Het is dus zeker niet zo dat we enkel en alleen naar de speerpuntdisciplines kijken.”