Jeugdvisie

val-230409-063

Voor de opbouw van de trainingen voor de jeugdatleten van Kangoeroe t.e.m. Miniemen volgen we als federatie het ‘Long Term Athlete Development Model (LTAD-model)’. 

Dit LTAD model is gebaseerd op een aantal basisprincipes:

  • De 10-jaren regel: Het duurt gemiddeld 10 jaar (of  10.000 uur) vooraleer een sporter zijn piek bereikt. Aangezien de gemiddelde piekleeftijd binnen atletiek zich rond 24-27 jaar bevindt, zal specialisatie dus pas aanvatten rond de leeftijd van 15-18 jaar (pas vanaf de categorie Scholier). Atletiek is hierdoor een laatspecialisatiesport.
  • Fysieke geletterdheid: Iemand die fysiek geletterd is geeft hem/haar meer mogelijkheden om deel te nemen aan fysieke activiteiten en sport zowel gericht op succes als op levenslang sporten. Fysieke geletterdheid is de ontwikkeling van zowel de fundamentele basisvaardigheden als de sportspecifieke vaardigheden. 
  • Ontwikkelingsleeftijd: Alle kinderen maken een proces van groei en ontwikkeling door en ongeacht het niveau maakt iedereen dezelfde ontwikkelingsfasen mee. De ontwikkelingsleeftijd, of ook wel de biologische leeftijd genoemd, is het psychologisch en motorisch ontwikkelingsnvieau van het kind. Elk kan een verschillend tempo (=de lengte van de tijd waarin een kind evolueert) en een verschillende timing (= verschillend tijdstip) hebben. Hierdoor zijn sommige kinderen laatmatuur en anderen vroegmatuur. Dit heeft een effect op onder meer de groei, de ontwikkeling en de prestatie. 
  • Trainbaarheid: Elke fysieke basiseigenschap kan je trainen op elk moment van de verschillende levensfasen. Toch zijn er gevoelige perioden waarin een kind vatbaarder is voor bepaalde trainingsprikkels en deze prikkels sneller zal opnemen. In bepaalde perioden zal er daardoor meer accent komen te liggen op 1 of meerdere basiseigenschappen zonder de overige basiseigenschappen uit het oog te verliezen. 

 

Het LTAD model toegepast per categorie: 

 

Kangoeroes & Benjamins

Beide doelgroepen bevinden zich in de ontwikkelingsfase 'Fundamentals'. Het ontwikkelen van basisvaardigheden en algemene fysieke capaciteiten staan centraal. Een brede bewegingservaring en een veelzijdige, polyvalente bewegingsscholing dient opgebouwd te worden. 

De basisvaardigheden moeten eerst aangeleerd worden voordat sportspecifieke vaardigheden aanbod kunnen komen. De ontwikkeling van deze vaardigheden gebeurt best op een positieve en leuke manier. Spelvormen zijn hiervoor de meest aangewezen werkvormen. fun..Fun..FUN.., waarbij het proces naar succesbeleving veel belangrijker is dan de resultaten. Deelname aan een brede waaier van sporten is hier ook aangewezen waarbij we zeker niet specialiseren in een bepaalde sport.

De nadruk op de brede motorische ontwikkeling zal atleten opleveren die een betere trainbaarheid hebben voor de sportspecifieke ontwikkeling. De basisvaardigheden omvatten locomotorische, manipulatieve- en stabiliteitsvaardigheden. Hier leggen we de basis door middel van een algemene ontwikkeling.

De nadruk ligt naast de basisvaardigheden op de algemene ontwikkeling van de fysiek capaciteiten van de atleet. Hierbij spelen de “ABC’S of athleticism” mee. Hier gaat het over Agility (beweeglijkheid/behendigheid), Balance (balans), Coordination (Coördinatie) en Speed (bewegingssnelheid/frequentie door activiteiten die niet langer duren dan 5 sec). Hier gebeurt ook de ontwikkeling van snelheid, kracht en uithouding door middel van spelen.

De loop-, spring- en werptechnieken worden juist aangeleerd aan de hand van de ABC van atletiek en spelen. Hiervoor gebruiken we de verschillende thema’s die we aan de hand van spelen laten ervaren door de deelnemers. Verder werken we via een leerlijn van spelen en speelse oefenvormen onbewust aan de basistechnieken die nodig zijn voor de wedstrijdvormen en vaardigheden.

Kangoeroes en Benjamins trainen best 1 à 2x/week. Het aantal wedstrijden blijft best beperkt. Er wordt gestreeft naar minstens 1 wedstrijd in de zomer en 1 wedstrijd in de winterperiode waarbij de wedstrijden best een lokaal karakter hebben.

 

Pupillen

Het LTAD-model geeft aan dat Pupillen zich hoofdzakelijk bevinden binnen de ontwikkelingsfase ‘Learn to Train’ waarin de focus ligt op het verder ontwikkelen van basisvaardigheden, het ontwikkelen van algemene fysieke capaciteiten en de opbouw van basis sporttechnische vaardigheden met als doel een brede en veelzijdige bewegingservaring aan te bieden. Ondanks dat alle motorische vaardigheden blijvend dienen getraind te worden, zijn Pupillen het meest gevoelig voor coördinatie en lenigheid tijdens deze periode. Daarom dat het aanleren van de  basistechnieken die nodig zijn voor de verschillende disciplines binnen de loop-, werp- en springnummers een belangrijke factor zijn op deze leeftijd (= deel van coördinatie). Lenigheid wordt belangrijker omdat kinderen op jonge leeftijd vanzelf erg lenig zijn, maar dit vaak vermindert door de groeispurt. Aangezien Pupillen (en dan voornamelijk meisjes) al aan het begin van hun groeispurt kunnen staan tijdens deze categorie is het dus ook belangrijk om voldoende aandacht te geven aan het onderhouden van de lenigheid. De overige basismotorische vaardigheden kan je als trainer als volgt inbouwen:

  • Kracht: met eigen lichaamsgewicht en medicineballen
  • Uithouding: verder uitgebreid aan de hand van spelen en aflossingen
  • Snelheid: rechtlijnig, zijwaartse en multi-directionele snelheid die minder dan 5 seconden duurt

We starten voor het eerst met ‘leren trainen’ wat wilt zeggen dat de training een opwarming, kern en cooling down bevat waarbij zaken als recuperatie, concentratie etc. factoren zijn die je als trainer mee in overweging moet nemen.

Pupillen trainen doorgaans 2x/week en er is een 70% - 30% verhouding aangewezen wat betreft trainingen – wedstrijden. Hiermee bedoelen we dat 30% van de tijd een atleet aan wedstrijden deelneemt of wedstrijdspecifieke oefeningen uitvoert en dat 70% van de tijd gaat naar trainingen.

Binnen de trainingen gaat de trainer aan de slag met zowel oefenvormen (50%) als spelvormen (50%), waarbij het veelzijdig en polyvalent trainen een must is. Plezier en succeservaring blijven centraal staan.

 

Miniemen

Miniemen bevinden zich deels ook nog in de fase ‘Learn to Train’ (zoals Pupillen), maar kunnen zich ook bevinden in de fase ‘Train to Train’ o.b.v. de kalenderleeftijd en ontwikkelingsleeftijd.

De uitbouw van fysieke capaciteiten waarbij de belastbaarheid stelselmatig wordt opgedreven en de ontwikkeling van sportspecifieke/technische vaardigheden staat tijdens deze laatste fase voorop.

Op deze leeftijd zou een brede fundering rond de basisvaardigheden reeds aanwezig moeten zijn. De atleten leren de verschillende disciplines van atletiek verder kennen en leren de basistechnieken verder verfijnen tot in een grovere eindvorm, dewelke niet per se de volwaardige techniek moet zijn zoals je ziet bij volwassenen/senioren.

De leeftijdscategorie ‘Miniem’ is zeer belangrijk aangezien alle motorische vaardigheden erg trainbaar zijn op deze leeftijd. Het is dan ook een must om een goede trainer te hebben bij deze categorie die zowel basistechnieken als fysieke capaciteiten kan ontwikkelen bij de atleten.

Hier een voorbeeld van hoe je de verschillende motorische vaardigheden kan trainen:

  • Uithouding: loopvormen bestaande uit een lage intensiteit met hoge volumes (bv. duurloop).
  • Lenigheid: zowel statische als dynamische lenigheid kan aan bod komen aangevuld met mobiliteit van de verschillende gewrichten.
  • Kracht: verderzetting van kracht met lichaamsgewicht en lichte externe weerstanden in aanvulling met introductie van losse gewichten na de groeispurt (bij veel atleten dus pas als ze Cadet of ouder zijn).
  • Snelheid: uitbreiden van snelheid (> 5 sec).
  • Coördinatie: in spelvorm en oefenvorm aan atletiek en niet-gerelateerde vormen van atletiek.

Miniemen trainen doorgaans 2 à 3x/ week met een 60% - 40% verhouding voor trainingen – wedstrijden. Trainingen blijven veelzijdig, maar doelgericht. Slechts een beperkt gedeelte van de training wordt nog in spelvorm aangeboden (< 25%).

logosportvlaanderen-partnersport-vlaanderen-sponsorlogoworld-athletics-lockup-grad-charcoal-cmyk-member-federation-1logo-eaa