11/03

Thomas Van der Plaetsen heeft er zwaar maar geslaagd trainingsblok opzitten

vdp2

Thomas Van der Plaetsen.

Tienkamper Thomas Van der Plaetsen koos er bewust voor om geen indoorseizoen af te werken. Keihard doortrainen met oog op de olympische zomer, en vooral zijn spurtsnelheid opkrikken, was het plan. Het werd een vruchtbaar trainingsblok waarin hij maandenlang kon doorwerken zonder grote kwaaltjes.

“Alles gaat vlot tot nu toe”, zegt Thomas Van der Plaetsen/DEIN, die twee weekjes in België vertoeft maar de rest van de winter in Zuid-Afrika doorbracht. Het is wel eens anders geweest, een blessure is nooit veraf. “Elke meerkamper heeft constant pijntjes, maar de laatste maanden hebben die mijn trainingen niet gehinderd. Ik heb goed kunnen trainen en mag tevreden zijn over mijn voorbereiding. Ik had hem niet beter kunnen bedenken.”

Bedoeling van de afgelopen maanden was om een brede fysieke basis te leggen. “Ik wilde vooral mijn sprintsnelheid optrekken, en dat is gelukt. Het zijn intensieve maanden geweest.” In de indoorzaal zagen we Thomas niet in actie. Ook toen het WK indoor nog niet was afgeblazen door het coronavirus, was hij niet van plan er aan te treden. “In de aanloop naar de Spelen had een indoorseizoen te weinig meerwaarde. Liever trok ik mijn loopwerk op training enkele maanden door. Dat sprintwerk vereist ook dat het technisch werk op een lager pitje komt te staan, dus dan heeft een meerkamp weinig zin.”

Een bijkomende reden om indoor niet aan te treden, is dat Thomas er als dertiende uitstekend voorstaat op de olympische ranking. Hij moet zich weinig zorgen maken over zijn kwalificatie voor Tokio. “Ik beschouw mezelf voor 95 procent als geplaatst voor de Spelen, waardoor ik rustiger mijn voorbereidingswedstrijden kan aanvangen. Ik moet in mei of juni nog niet top zijn. Er zijn de komende maanden nog maar drie grote meerkampen waarin er mij dan elf atleten zouden moeten inhalen.”

Op 13 en 14 juni verschijnt de Oost-Vlaming wel aan de start van de tienkamp in Arona, op Tenerife.

De komende weken begint Thomas over te schakelen van volume naar meer kwalitatief trainingswerk. “De transitie naar het spring- en werpwerk en het specifiekere loopwerk moet ik nu gaan maken. Ook de 400 metertrainingen komen er bij. Het wordt belangrijk om zonder blessures te kunnen verder werken. Lukt dat, heb ik er een heel goed oog in. Waarschijnlijk begin ik eind mei in Oordegem. Ik kies voor kleine wedstrijden om zonder stress op te bouwen, maar wel een heel aantal wedstrijden.”

In Tokio is het doel om minstens even goed te doen als vier jaar eerder in Rio, toen Thomas achtste werd. “Als ik fysiek goed ben, mag ik ambitieus zijn en is dat haalbaar.” Amper 20 dagen later wacht al het EK in Parijs, de recuperatie zal op de proef gesteld worden. Om van de jetlag nog te zwijgen. “Het wordt een uitdaging om hersteld te zijn tegen het EK, maar het is wel degelijk een belangrijke wedstrijd voor mij. Het liefst scoor ik op de Spelen, maar ook het EK vormt een doel. Ik hoor bij mijn collega’s dat bijna iedereen het EK er nog bijneemt, dus de bezetting zal de moeite zijn.”