13/11

Road to Brussels: aftellen met Lisa Rooms

lisa-rooms

Lisa Rooms.

Het EK veldlopen in Brussel op 10 december nadert met rasse schreden. Wij blikken vooruit met atleten van de Vlaamse Atletiekliga die kans maken in een van de zeven EK-categorieën. Welke band hebben ze met het veldlopen? En hoe leven ze toe naar het kampioenschap in eigen land? Vandaag Lisa Rooms/AVLO.

Leeftijd: 27

Coach: Grete Koens

PB’s: 4’14”03 (1.500m), 8’54”64 (3.000m), 15’26”27 (5.000m), 33’20”50 (10.000m)

Aantal deelnames EK cross: 4

Beste resultaat: 33e beloften (2016), 35e seniores (2022)

 

Lisa, hoe heb je toegewerkt naar het BK van aanstaande zondag?

“Mentaal gezien vormt het BK een piek voor mij, omdat ik daar gewoon wil winnen. Fysiek bekeken is het BK in mijn planning slechts een prikkel richting EK, zeker omdat ik nog geen crossen gelopen heb. Mijn coach ziet het BK als een tussenstap naar het EK.”

Heb je je ondanks een kuitblessure goed kunnen voorbereiden?

“Ondertussen is het vijf weken geleden dat ik een spierscheur opliep. Ik ben opgevolgd door dokter Parys en mocht gelukkig altijd duurloopjes blijven doen. Ik ben dus nooit gestopt met lopen, maar dat beperkte zich tot drie of vier keer per week. Al de rest was op de crosstrainer of de fiets. Bij een check-up bleek mijn scheur grotendeels genezen, maar ik moest voorzichtig blijven, zeker met snel werk. Het komt goed uit dat het nu winter is, en ik niet op de piste moet trainen. Dat doe ik dan ook niet. Dat zal zo blijven tot aan het EK. Ik zit nu wel weer aan normale trainingsvolumes en heb net twee goeie volumeweken gedraaid hier op stage in Font-Romeu.”

Ben je klaar voor het BK?

“Ik ben iets minder zelfzeker dan anders door die blessure. Ik ga hier niet zeggen dat ik zeker ga winnen. De trainingen gaan super, maar ik heb geen bevestiging gehad in wedstrijd.”

Hoeveel kans geef je jezelf op EK-selectie?

“Toch 90 procent. Om niet binnen de top zes te eindigen, moet er al iets gebeuren. Er zijn wel wat niveauverschillen. Het is bij ons anders dan bij de mannen, waar er twintig man denkt dat hij nummer zes kan worden.”

Als je het EK haalt, wat is dan het doel?

“Ik vind dat altijd moeilijk, maar ik spreek al heel lang over top twintig, dus laat dat maar het doel zijn. Als het 22e is, ook goed, maar ik droom nog altijd van die top twintig. En ik denk ook dat het misschien een ietsje minder sterk EK wordt, omdat we kort voor de Spelen zitten. Alleen al in mijn eigen trainingsgroep geven Diane Van Es en Maureen Koster forfait.”

Wat vind je van de Vlaamse preselectie voor het EK?

“Het is tot nu toe moeilijk geweest om er te geraken in combinatie met mijn job, en nu ben ik op stage, maar de training op het parcours wil ik misschien wel meepakken. Ik vind het alleszins een supertof initiatief. Als ik nog student was geweest, was ik er zeker elke keer bij geweest.”

Je liep vorig jaar in Turijn voor het eerst de lange cross op een EK. Heb je daaruit geleerd?

“Absoluut. In eerste instantie was ik toen teleurgesteld, maar als ik de analyse maakte, kon ik gewoon mijn krachten niet kwijt op die extreem steile helling. Alles ligt dicht bij elkaar en in een minder sterke slotronde heb ik veel verloren. Die laatste ronde is superbelangrijk op een EK. Normaal kan ik dat goed. Dat moet ik in Brussel benutten.”

Wat is je mooiste internationale ervaring tot nu toe?

“Dat is gelinkt aan prestaties. Mijn vijfde plaats op het EK beloften in Bydgoszcz was een soort start. Er waren grote namen voor mij met Klosterhalfen, Reh en Lahti. Dat was een begin om in mezelf te gaan geloven. Mijn vijftiende plaats op het EK in München vorig jaar blijft mij ook bij.”

Wat is je favoriete veldloopparcours?

“Brussel staat zeker in de top drie, maar ik zou heel graag nog eens in Oostende crossen. Dat vond ik een heel mooi parcours. En veel mensen zeggen van niet, maar ik ben ook wel fan van Roeselare, als het droog ligt.

Ben jij eigenlijk een crossliefhebber?

“Dat wisselt heel hard. Een honderd procent crosser ben ik niet, maar ik kan het wel redelijk goed. Ik vind de cross supermooi en de strijd is heel puur. Je loopt niet tegen de klok, maar alleen tegen de tegenstanders. Ik weet dat er veel atleten de cross links laten liggen, maar daar zou ik het moeilijk mee hebben. In zo’n pure competitie voel ik mij weer een pupil die met veel plezier wedstrijden doet.”