13/03

De olympische droom van Timothy Herman

herman-timothy

Timothy Herman.

Parijs is nog ver, maar niet meer zó ver. Tokio ligt nog vers in het geheugen – het kwam dan ook een jaartje later dan voorzien – en toch doemen de volgende Spelen al op aan de horizon. We laten onze eliteatleten aan het woord over hun traject naar Parijs en hun ultieme olympische droom. Vandaag speerwerper Timothy Herman.

Dag Timothy, op de European Throwing Cup in Leiria wierp je vorig weekend 74m79. Welk gevoel hou je eraan over?

“Het was een dramatische seizoensstart. Ik was verbaasd dat het zo slecht liep, zelfs al had ik er niet op gefocust en ben ik nog maar twee weken explosiever aan het trainen richting zomer. Fysiek ben ik beter dan ooit en op testjes in Zuid-Afrika haalde ik mijn hoogste waardes ooit. Ik zit sinds januari wel met een chronische sinusitis en ben antibiotica beginnen nemen, maar dat mag geen tien meter verschil in mijn worpen verklaren.”

Waarop lag de nadruk de voorbije maanden? Hoe komt het dat je fysiek zo sterk bent?

“Op training heb ik veel aan mijn fysieke zwaktes gewerkt met versterkende oefeningen. Leiria was mijn eerste wedstrijd in drie jaar zonder dat ik ergens last had, dus dat is positief. Zoals de meeste werpers heb ik een maand of twee niet geworpen om een zwaar fysiek blok in te lassen. Kracht, sprongkracht, snelheid enzovoort wilde ik allemaal zo hoog mogelijk krijgen. Corestability blijft ook een werkpunt. Omdat mijn prestaties steeds beter worden, wordt ook de impact op het lichaam nog groter, dus heb je alleen maar meer stabiliteit nodig. Deze winter ben ik een samenwerking aangegaan met gymnastiektrainer Wim Dirkx, die ook met Ben Broeders werkt. We werken aan core, lenigheid, houding en de juiste bekkenkanteling.”

Hoe belangrijk is het jaar 2024 voor jou?

“Ik zou het anders zeggen: het is niet zozeer het jaar 2024 dat belangrijk is, maar wel de Spelen in Parijs. Dat is alles wat telt. Alles staat in teken daarvan. Ik heb al een EK-finale en een WK-finale op mijn palmares, dus het volgende is een olympische finale.”

Je bent sinds kort profatleet bij Sport Vlaanderen. Wat verandert dat in de voorbereiding?

“Mijn contract is pas op 15 januari gestart en loopt tot 15 juli. Als ik de Spelen haal, krijg ik een verlenging tot 30 september. Door dat contract kan ik meer tijd stoppen in dingen zoals core stability en gymnastiek. Het is wel even zoeken naar mijn draai, want het is niet omdat je meer tijd hebt, dat je ook meer moet trainen. Je wil niet overbelast geraken. Rutger Smith heeft mij ook gezegd: ‘let op, je gooide vorig jaar al 87 meter, dus je moet niet plots alles anders gaan doen’. Ik plan vooral wat meer stages. In november ben ik naar Finland geweest, in januari naar Tenerife en februari naar Zuid-Afrika. De paasstage in Cyprus volgt nog.”

Je bent 19e op de olympische ranking, de top 32 mag naar Parijs. Hoeveel kans geef je jezelf?

“Het is moeilijk om daar een percentage op te plakken en ik ben ook niet bezig met mijn positie op de ranking. Ik wil gewoon twee à drie goeie wedstrijden afwerken voor het EK. In vergelijking met vorig jaar zal ik veel minder wedstrijden doen. Dat was te veel. Op niveau presteren en gemiddeld rond de 83 meter uitkomen is dit jaar het doel. Dan zou mijn olympische deelname totaal geen probleem mogen zijn, maar met mijn niveau van vorig weekend geraak ik er niet. Dus ik moet wel presteren. Ik wil het niet jinxen en nu al zeggen dat ik er zeker bij ben. Er zijn veel atleten die over de ‘Road to Paris’ roepen als ze honderdste van de wereld zijn, maar zo ben ik niet.”

Hoelang heb jij al een olympische droom?

“Ik heb die droom door blessures al een paar keer opgegeven, omdat het niet meer haalbaar leek. Nu zijn mijn kansen natuurlijk veel groter. Die droom heb ik al van toen ik begon met atletiek op mijn zeven jaar. Mijn grootvader, Frans Herman, heeft twee keer aan de Spelen deelgenomen in Melbourne en Helsinki op de 10.000 meter, dus het zou mooi zijn om de tweede van de familie te worden.”

Is het EK in Rome totaal ondergeschikt aan de Spelen? Je zou daar toch hoog kunnen eindigen.

“Parijs is belangrijker, maar Rome is ook belangrijk. Er ligt een opportuniteit om ver te geraken. Op het EK in München was ik tiende met een stressfractuur in mijn rug, dus dan weet je dat er kansen liggen. Het is zaak om de juiste worp op het juiste moment te brengen. Er zijn er weinig die mijn 87 meter aankunnen, dus in dat geval zal ik niet ver van het podium zijn.”

Wat is in Parijs in augustus jouw ultieme droom?

“Ik wil beginnen met mij te plaatsen en daarna door de kwalificaties geraken, want dat is al moeilijk genoeg. Maar het ultieme doel is de top acht. Dit jaar wil ik constant tussen 83 en 85 meter gooien en dan is top acht realistisch.”

Is Parijs een eindpunt in jouw carrière?

“Ik heb beslist om dat jaar per jaar te bekijken, en zolang ik boven de 80 meter gooi, vind ik het jammer om te stoppen. Als mijn vrouw het ziet zitten, waarom dan zelfs niet doorgaan tot LA 2028?”