11/08

Niels Pittomvils met veel goesting naar München, zijn eerste groot toernooi in 6 jaar

pittomvils-niels-2020-bk-mk-ldq-6

Niels Pittomvils

Er is veel geduld voor nodig geweest. Héél veel. Maar zes jaar na het EK in Amsterdam in 2016 staat Niels Pittomvils volgende week op het EK in München opnieuw aan de start van een groot kampioenschap. De tienkamper start er zonder concrete doelstelling, maar met vooral heel veel zin om zich nog eens te laten zien.

Al sinds vorig jaar heeft Niels Pittomvils/VAC de kwalificatie voor het EK op zak. Dit jaar werkte hij geen volledige tienkamp af. Hij startte wel in het Oostenrijkse Götzis in mei en in het Zweedse Sollentuna in juli, maar dat was nooit met de bedoeling om te finishen. “Götzis viel heel vroeg, maar gaf me wel een goed gevoel”, vertelt de tienkamper. “Daarna kreeg ik links en rechts wat pijntjes en miste ik wat trainingen. In aanloop naar Sollentuna deed ik tien dagen niks, waardoor die wedstrijd een fiasco werd.”

Na zijn minder geslaagde passage door Zweden begon het voor Niels in stijgende lijn te gaan. “De trainingen begonnen heel goed te lopen en ook in wedstrijd liet ik mooie dingen zien”, zegt hij. “In het kogelstoten verbeterde ik bijvoorbeeld mijn record met 40 centimeter. Op training ben ik ook wat recordjes aan het verbeteren. Dat is fijn.”

De laatste weken zijn de trainingen steeds specifieker geworden. “Het was vooral zaak om ritme op te doen, zowel in training waar ik steeds meer wedstrijdgericht ben gaan werken, als in competitie”, klinkt het. “De laatste weken ben ik wat beginnen afbouwen en mijn laatste zware training stond maandag op het menu. Nu is het gewoon nog wat wedstrijdprikkels aanvoelen.”

Vorig weekend trad er nog even wat stress op toen Niels zich aan zijn voet bezeerde tijdens het Leuvense Polsstokgala. “Ik kwam er met mijn hiel op de rand van de bak terecht”, legt hij uit. “Even zat ik met wat schrik richting EK, maar het is niet mijn afzetbeen, dus het valt wel mee. Het doet nog wat pijn, maar ik kan er mee sprinten en springen, dus ik maak me weinig zorgen.”

De afgelopen jaren waren voor de tienkamper een behoorlijke lijdensweg. Hij vat het zelf nog even samen. “Op het EK in Amsterdam in 2016 ben ik gevallen op horden”, begint hij zijn relaas. “Dus kon ik de Spelen in Rio vergeten. In 2017 was ik in Götzis op weg naar het WK in Londen, maar brak ik mijn polsstok. In 2018 heb ik mijn knie helemaal omzeep geholpen bij het verspringen. In 2019 heb ik bij mijn comeback de Europabeker gewonnen, maar na een zware revalidatie was ik nog niet klaar voor het WK. In 2020 ben ik met Geoffrey (Baune, zijn huidige coach, red.) beginnen werken en kwam corona. In 2021 heb ik heel goed gepresteerd in Götzis maar daarna mijn achillespees gescheurd. En zo zijn we zes jaar later.”

Het mag duidelijk zijn dat de afgelopen jaren niet de makkelijkste waren. “Het is snel gegaan, maar het is ook hard geweest”, geeft Niels toe. “Ik ben blij dat ik heb volgehouden en van eigen kunnen ben blijven uitgaan. Als ik nu, na zes jaar, weer op een groot toernooi sta, heb ik dat zelf afgedwongen. Het is iets om trots op te zijn.”

Dat hij er überhaupt weer bij is, is al een reden om fier te zijn, maar dat wil niet zeggen dat Niels er in München als toerist bijloopt. “Ik ben geen eerstejaars senior die gaat voor de ervaring”, vertelt hij. “Ik wil goed presteren en heb er vooral veel zin in. Zenuwen heb ik voorlopig niet, die komen de dag zelf wel. In de individuele nummers ben ik heel goed, maar je moet het tien keer na elkaar samen krijgen. Als ik weer rond mijn 8.222 punten van vorig jaar kan uitkomen, kan ik hoog scoren, maar eerlijk gezegd weet ik niet eens wie er meedoet. Daar ben ik niet mee bezig”, besluit Niels.