26/02

Aurélie De Ryck afgeremd door rugblessure

de-ryck1

Aurélie De Ryck.

Ondanks een uitstekende voorbereiding draaide het winterseizoen voor Aurélie De Ryck op niets uit. Een rugblessure strooide roet in het eten. Gelukkig zag de polsstokspringster het indoorgebeuren maar als een tussendoortje, en kon ze ondertussen alweer van start gaan met haar zomerpreparatie.

Hoger dan 4m05 in het Franse Reims geraakte Aurélie De Ryck/ACME deze winter niet. “Ik besefte al snel dat het de risico’s niet waard was”, zegt ze. “Conditioneel was ik in orde, maar ik had superveel rugpijn. Die blessure liep ik op door een stomme, verkeerde sprong op stage in Zuid-Afrika. Met een pijnsteek springen, is voor niemand leuk.”

Voor de rugblessure de kop op stak, liep het nochtans op wieltjes. “In de voorbereiding voelde ik me goed, minstens even sterk als vorig jaar. Ik zag het volledig zitten en de bedoeling was focus op outdoor, met enkele indoorwedstrijdjes als tussendoortje. Het is aan de ene kant frustrerend dat ik me nog niet kon tonen, maar anderzijds valt de schade mee. Echt leuk is aquajoggen niet, maar ik mag nu weer beginnen opbouwen. Als ik meteen naar de dokter was gegaan in plaats van drie weken door te doen met pijn, was het probleem waarschijnlijk nog veel kleiner geweest.”

Het doel van Aurélie is om weer maximaal te kunnen trainen op paasstage in Belek. “Daar werk ik naartoe. De komende weken is het kijken wat mijn lichaam kan verdragen. In Turkije hoop ik me weer vollebak te kunnen smijten, dat is nu nog niet het geval. Het zal eerder op kwaliteit werken zijn dan 20 sprongen op één training af te werken.”

De trainingsambities voor deze winter blijven ondanks de blessure onveranderd. “Ik wil regelmatiger worden om zo vertrouwen te krijgen in mijn sprongen. Met mijn linkerarm kan ik nog meer doen. Op korte aanloop lukt het al goed, op volledige aanloop is het nog zoeken. Technisch blijft er een grote groeimarge bij mij. Dat is en blijft mijn grootste werkpunt. In de laatste rechte lijn naar de zomer wordt het belangrijk om enkele technische aanpassingen te koppelen aan explosiviteit.”

Voor het EK eind augustus wordt 4m46 gevraagd, het PR van Aurélie staat outdoor op 4m28, indoor op 4m35. Lonkt Parijs dan of niet? “Daar focus ik me wel op. Het is iets realistischer dan de Spelen. Zelfs vorig jaar zat 4m46 er al in bij mij, maar het moet nog altijd gebeuren. Ook de Spelen zitten nog ergens in mijn achterhoofd”, zegt de polsstokspringster die plant eind mei voor het eerst in competitie uit te komen.

Behalve atlete is Aurélie ook kinesiste in haar eigen praktijk in Gent. Vlot te combineren met topsport of niet? “Ik kies mijn uren zelf, maar je onderschat makkelijk wat er nog bij komt kijken. Ik ben iemand die mij 100 procent wil geven voor mijn patiënten, maar dat maakt het een uitdagende combinatie. Soms probeer ik wat te minderen in functie van de sport, maar als een patiënt om 21 uur nog wil komen, zal ik altijd ja zeggen. De intentie om mijn werk af te bouwen naar belangrijke competities is er altijd, maar het lukt zelden. Ik sta realistisch in het leven: patiënten en collega’s achterlaten, dat kan niet zomaar. Mijn trainingsstages zijn de grootste en enige toegeving die ik wel doe.”